Tuin de Lage Oorsprong
In 1921 maakt landschapsarchitect Leonard Springer het ontwerp voor Tuin de Lage Oorsprong. Dit ontwerp groeide uit tot een bijzonder rijke tuin op het florerende landgoed van de familie Frowein. De tuin voorzag de familie van luxe groente en fruit en van speciale planten. In 1920 was ananas uit eigen tuin kunnen serveren aan je gasten bijzonder. In WOII brandde het hoofdhuis af en raakte de tuin zwaar beschadigd. In de periode erna raakte de tuin in verval tot een ontoegankelijk stuk niemandsland. Totdat de bewoners van de oude tuinmanswoning deze slapende groene prinses wakker kusten.
De bewoners van de oude tuinmanswoning, Egbert Reerink en Mariëlle Kempen, waren aan het klussen toen ze opmerkten dat mannen de fruitmuur aan het opmeten waren. Mariëlle zag het door het keukenraam en liep nieuwsgierig door het terrein met kuilen, bramen en opgeschoten esdoorns naar de muur toe. “Gaat er wat met de fruitmuur gebeuren”, was haar vraag die achteraf het begin was van het project. Deze mannen waren bouwkundigen van het Nederlands Openluchtmuseum die de muur inventariseerden met het doel deze te herplaatsen in hun museum. Toen in Oosterbeek bekend werd dat de muur mogelijk verplaatst zou worden, brak er protest uit. Waarom moest het laatste dat nog van het landgoed over was weg? Het hoofdhuis was ook al afgebrand in WOII. De discussie was echter snel afgelopen want het Openluchtmuseum liet weten geen interesse te hebben. De muur was bouwkundig erg slecht en zou binnen enkele jaren omvallen zo was de prognose. De fruitmuur bleef dus staan, maar de interesse bij Egbert en Mariëlle was gewekt. Wat had er tegen, voor en achter deze fruitmuur gestaan? Hoe zat het terrein met vervallen bouwsels in elkaar? In het archief van Wageningen werd het ontwerp van Leonard Springer gevonden. Just Frowein, de zoon van de laatste particuliere eigenaar, werd opgespoord in het noorden van het land. Toen Egbert en Mariëlle met hem over het vervallen terrein liepen, kwam de tuin door zijn verhalen weer tot leven. “Hier groeiden de zware tafeldruiven, daar de perziken, dit was het ketelhuis van de anjerkas.” “We kunnen toch wel wat doen?”, vroegen Egbert en Mariëlle zich af en samen met wijlen landschapsarchitect Ron Pfeiffer werden aan de keukentafel de eerste plannen gesmeed.
Stichting Tuin de Lage Oorsprong werd in 2004 opgericht en in 2006 mocht zij beginnen. Nadat met een explosievenonderzoek alle munitie uit de grond was gehaald kon de opbouw starten. In mei 2008 werd de tuin geopend. Alles binnen de hagen werd aangelegd inclusief de berceau, de vijver en waterloop met watervallen en kunstwerk. In 2011 volgde de aanleg van het labyrint en amfitheater. Om de kas, kapschuur en oranjerie te realiseren moest er een bestemmingswijziging komen. Dat werd een lang en zwaar traject met als dieptepunt een vernietiging bij de Raad van State. Maar in 2017 werden de kas en kapschuur gerealiseerd. In 2019 kon de oranjerie feestelijk worden geopend.
Cijfers & uitleg:
- De fruitmuur
Deze fruitmuur werd omstreeks 1921-1922 gebouwd. De tuinbaas wilde met deze muur een microklimaat creëren, zodat hij leifruit maar ook perziken en abrikozen kon kweken. Dankzij de opwarming van de stenen en de ligging op het zuiden lukte dit. De tuinbaas selecteerde de soorten zó dat de familie het hele jaar leifruit voor handen had. Het leifruit werd met spalieren langs de muur geleid. Dat zijn houten latten die bevestigd werden met ijzeren haken. Deze ijzeren haken waren in de loop der jaren in de muur geroest, waardoor er scheurvorming was ontstaan. Bij aanvang van de renovatie was de muur in zeer slechte staat. Inmiddels is deze hersteld en vind je er vijgen, rozen en leifruit. - Koude bakken
Tegenover de fruitmuur vind je de zogenaamde koude bakken. De koude bakken werden, net als de fruitmuur, gebruikt voor het vervroegen of verlaten van de teelt. Soms konden er ook gewassen in overwinteren. We troffen ook deze bakken in slechte staat aan. Met hulp van steenhouwer Meijer konden de hoekstenen bewaard blijven. De overige delen zijn opnieuw op het bestaande fundament gebouwd. Tuin de Lage Oorsprong gebruikt de bakken nu als schitterende borders. Wat opvalt aan de koude bakken zijn de grote broeiramen. Ze zijn maar liefst 2.80 meter lang. Ben Kooij, moestuinspecialist van de Rijksdienst voor Monumentenzorg: “Op geen enkel landgoed in ons land ben ik zulke grote ramen tegengekomen.” Hier straalt een zekere luxe van af: de ramen zijn zo zwaar dat ze met minimaal twee mensen getild moeten worden. Op Landgoed de Lage Oorsprong was dit mogelijk, omdat hier personeel in overvloed was. - Hoogstam boomgaard
Een boomgaard mocht in de tuin niet ontbreken want bezoekers moesten ook iets te proeven hebben. Vroeger stonden er hoogstambomen in de tuin met grote kersenkooien, want mijnheer Frowein had er de pest in als vogels aan zijn kersen kwamen. De nieuwe boomgaard is rijk aan oude, diverse rassen hoogstambomen. Van de appels persen we onze eigen appelsap die we in de tuin serveren. - Oranjerie
Alleen de berging stond er nog, de rest van de oranjerie was tot op de fundamenten verdwenen. Het bleek een lastige klus om de oranjerie weer op te bouwen omdat het vastliep op de vergunningen. Na een traject van 10 jaar kon de oranjerie in april 2019 feestelijk worden geopend. Architect Gert Grosfeld had de opdracht gekregen om met zijn ontwerp te verwijzen naar de jaren twintig, de hoogtijdagen van het landgoed. De ronde vormen refereren aan deze weelderige periode. In de cirkels van de ramen kun je nog drie bomen vinden. Dit uitdagende bouwproject met veel ambachtelijk vakwerk werd door Bouwbedrijf Van Middendorp b.v. gerealiseerd. De oranjerie met zwevend terras is de ontvangstruimte voor onze tuinbezoekers. Waar nu met liefde koffie en gebak wordt geserveerd, overwinterden vroeger de hoge palmen en sinaasappelbomen. - Mediterrane kruidentuin
Dit deel van de tuin zag eruit als een rommelig erf dat door muren aan het zicht werd onttrokken. Er werd hier vroeger beukenblad door grote zeven gehaald dat als humus in de tuin werd gebruikt. Er waren ook een werktuighok en varkenshok waar de tuinbaas Beumer twee varkens hield. Nu is dit deel ingedeeld in een Camelialaan en een mediterrane kruidentuin. Door alle muren wordt dit deel van de tuin warmer dan de rest van de tuin waardoor mediterrane planten er goed kunnen gedijen. - Camelialaan
Deze laan is een ode aan alle gevallenen in WOII. In de tuin en vooral aan beide kanten van de fruitmuur is hard gevochten. Er zijn camelia’s geplant verwijzend naar de rode camelia die volgens een Japans ritueel wordt gebruikt om de doden te eren. Helaas zijn tijdens WOII velen in en rondom de tuin gesneuveld. Deze camelia’s bloeien jaarlijks voor hen. - Broeibak
Deze bak had een andere functie dan de koude bakken. Zij was er vooral om de kleinere planten, die matig winterhard waren, door de winter te helpen en voor de weeuwenteelt. Weeuwenteelt is een oude term voor hoe ze vroeger in de lente primeurgroenten oogsten. Voor het overwinteren van planten werd de houten binnenbak iedere winter 1 tot 1,5 meter leeggeschept. Vervolgens werd deze gevuld met broeimest (meestal paardenmest) en werden de te overwinteren planten erin geplaatst. De ramen sloten het vervolgens af. Rondom de bak werden bladeren ter isolatie aangebracht. - Tuinkamers
De tuinkamers zijn door groenontwerper Jacqueline van de Kloet ontworpen en hebben ieder een ander thema. De hoge beukenhagen schermen de kamers af. De gedachte erachter is dat je van de ene wereld naar de andere wereld loopt.
Kamer met grote kleurcontrasten
Dit is de eerste kamer die je in gaat en ligt direct tegenover de oranjerie. Hier is gewerkt met een beplanting van vaste planten in de kleuren zachtgeel, geelgroen, donker purper, paarsroze en donkerrood.
De romantische tuinkamer
Deze kamer is in de bekende Engelse stijl van Gertrude Jekyll en Vita Sackeville-West ingericht. Het zijn zachte op elkaar afgestemde kleuren. Een groot contrast met de kleuren van de springerkamer.
De geurende tuinkamer
Alle planten in deze kamer zijn geselecteerd omdat ze een goede geur hebben. In deze kamer staan naast de geurende vaste planten alleen al 30 soorten sterk ruikende rozen. Ronde buxusbollen waren hier verwerkt tot buxuswolken. Helaas kreeg deze buxus last van schimmelaantasting waardoor ze vervangen zijn door bollen van buxuskamperfoelie.
Tuinkamer in sereen wit
Alle beplanting is hier wit. Aan de noordzijde van deze tuinkamer doorbreekt de kelder van de druiven en anjerkas deze tuinkamer.
Vormenkamer
Deze tuinkamer is ingericht met bijzondere knipvormen. Links en rechts van de kelder zijn twee kantelenhagen van beuk neergezet. De rest van de tuinkamer is ingericht met vormhagen die, als je er recht voor staat, een groen bouwwerk vormen. - Berceau
In het hart van de tuin vind je de berceau. Vroeger stond op exact dezelfde plek een berceau die ervoor zorgde dat de dames konden genieten van de buitenlucht zonder dat hun huid verkleurde. Begin vorige eeuw was het namelijk zeer onwenselijk om een gebruinde huid te hebben. Dat was voorbestemd aan de werklui. Door in de schaduw van de berceau te wandelen konden de dames toch van de tuin genieten zonder dat ze hun witte teint dreigden te verliezen. De berceau is ontworpen door Luc van Dam / Copijn landschapsarchitecten. Het contact met Copijn kwam op een bijzondere manier tot stand. Mariëlle stond de berceau in de moestuin van het Muiderslot op te meten toen zij op haar schouder getikt werd. ”Waarde collega, mag ik u de hand schudden?” De man, in het zwart gekleed en met een strooien hoed op, bleek Jorn Copijn te zijn. Zijn vrouw Lia had vroeger ook alle berceaus door het hele land opgemeten. Ze kenden Oosterbeek goed en Copijn bood aan onze berceau te ontwerpen. Saillant detail is dat Jorn Copijns vader en zijn tijdgenoot Leonard Springer vroeger grote opponenten waren. - Vijver
In de tuin was een vijver met vaste planten aanwezig waar mevrouw Frowein en haar dochter tuinierden. Volgens Justus Frowein lag de vijver iets ten oosten van de huidige vijver. De precieze plaats van de vijver is nooit ontdekt. Op een gegeven moment benaderden we Hans Prins van Kwekerij De Groene Prins voor de beplanting van de camelialaan. Hans bleek een bijzonder geschenk voor de stichting te hebben: de eerste winterharde Lotus. Na jaren experimenteren had Hans met de hortularis van de VU een lotus gekweekt die in ons klimaat kan gedijen (oorspronkelijk een Siberische lotus afkomstig uit de buurt van Vladivostok). De symboliek van de plant sprak bijzonder aan. In India staat de lotus symbool voor zuiverheid en verlichting. Het uit de modder kruipen en zich vervolgens ontwikkelen tot een bijzonder fraaie bloem wordt weleens vergeleken met de weg die de mens moet afleggen om tot verlichting te komen. Hier in Oosterbeek werd een tuin letterlijk uit de modder getrokken om weer tot bloei te komen. Oftewel die lotus moest er komen. Nadat bleek dat de wortels van deze plant erg veel ruimte nodig hadden, werd besloten een grote vijver aan te leggen. En het logo van de tuin werd de lotus. - Kapschuur
De houten kapschuur is van buiten helemaal afgewerkt met Red Cedar Singels. Deze singels vergrijzen waardoor het gebouwtje heel natuurlijk in de omgeving opgaat. Architect Gert Grosfeld heeft deze cederschuur ontworpen voor de opslag van tuinmaterialen, een kantoor en kantine. De grond werd niet uitgevlakt maar het gebouw loopt met het terrein mee. Daardoor is er geen hoek gelijk en zit er een verraderlijk perspectief in het gebouwtje. Is die deur nou recht of niet? - Laan van moerascipressen
De moerascipres oftewel taxodicum distichum heeft een vrij exotisch en mysterieus imago. Voor de ijstijd kwamen ze overal op het noordelijk halfrond voor, zo ook in Nederland. Tegenwoordig komen ze van nature alleen nog maar voor in subtropische moerassen en rivieroevers in het zuidoosten van de VS. Staan deze bomen in het water dan ontwikkelen ze vaak ademwortels. In Nederland zie je ze niet vaak in een laantje zoals ze hier zijn aangeplant. Deze bladverliezende naaldbomen hebben in de lente prachtige lichtgroene naalden die in de herfst fraai oranje kleuren. - Waterloop
Tijdens het opruimen en schoonmaken van het terrein werd in het veld een oude watergoot gevonden. Deze goot is omgebouwd tot een waterloop met negen watervallen. De bakstenen rollagen aan beide zijden van de waterloop zijn breed gemetseld zodat kinderen er gemakkelijk overheen kunnen lopen. Aan het einde van de waterval is de ‘Cup & Saucer’ geplaatst. Een eigentijds grapje, een verwijzing naar de Engelse landgoederen waar het aan het einde van de vorige eeuw mode was om het water in een gat te laten verdwijnen. Ook hier verdwijnt het water in de grond door een modern vormgegeven kop die overloopt. Vervolgens verdwijnt het water via de schotel. De strakke vormgeving staat in schril contrast met de Italiaanse barokke Engelen die vaak met schelpen aan het einde van een waterval het water opvangen dat overloopt. Op advies van de lokale steenhouwer is de ‘Cup & Saucer’ in China gemaakt en verscheept naar Nederland. - Stookkelder
De stichting heeft deze kelder bouwkundig hersteld en in gebruik genomen. Door de beregeningsinstallatie erin te plaatsen staat deze vorstvrij. Voorheen stond in het verlengde van deze kelder een druiven- met aangebouwde anjerkas en een grote verwarmingsinstallatie. De restanten van de kassen hebben we moeten afvoeren omdat ze te slecht waren om te restaureren. De huidige kas staat niet meer tegen de stookkelder aan maar is meer naar de buitenzijde verplaatst. - Bessenpluktuin
De bessentuin geeft vorm aan de wens dat bezoekers ook iets te snoepen hebben in de tuin. Voor een klein bedrag mag je hier naar hartenlust bessen plukken. Er is gekozen voor een divers assortiment biologische bessen die in verschillende rijen te vinden zijn. Zo kun je ouderwetse rode en witte kruisbessen vinden die lastig te krijgen zijn, maar je vindt er ook de grote blauwe Amerikaanse bosbessen of moderne tayberry (kruising braam en framboos). - Kas
Deze kas is opgebouwd uit een afgebroken kassencomplex uit het Westland, zwart gecoat en in de tuin geplaatst. De kas is de plaats waar je kunt genieten van een concert als het buiten koud of nat is. Ook vinden er bijzondere activiteiten zoals een verjaardag, huwelijk of diner plaats. Kom je binnen in de kas dan domineert direct de overvloedig, wit bloeiende passiflora. Aan deze passiebloem is veel symboliek verbonden. Spaanse veroveraars legden ermee het verhaal van Christus uit aan de inwoners van Zuid-Amerika. - Bloemenpluktuin
Bedden vaste planten en ingezaaide bloemenrijen wisselen elkaar hier af met grasstroken. Tegen een kleine vergoeding kun je hier een prachtig, biologisch boeket plukken. - Tapijtborder
De beplanting van deze border is geïnspireerd op een tapijt. De contrasterende bladvormen vormen het patroon. - Labyrint
In een labyrint stel je aan het begin een vraag om in het midden het wijze antwoord te ontvangen. In tegenstelling tot een doolhof waar spel, plezier en zoeken centraal staan, is een labyrint een loopmeditatie. Hoewel het pad van een labyrint vele wendingen kent, kom je in een labyrint als je rechtdoor blijft lopen altijd in het midden uit. De oude Grieken liepen deze labyrinten al. Het is een raadsel hoe op hetzelfde moment in verschillende werelddelen zoals Zuid-Amerika, Scandinavië en Griekenland een identieke oervorm van een labyrinten verscheen zonder dat er tussen deze werelddelen communicatie mogelijk was. Voor de Tuin de Lage Oorsprong heeft Luc van Dam een nieuw labyrint ontworpen in de vorm van een boom. - Groene Forum
Het groene forum staat op de plaats waar Frowein zijn asperges liet telen. Voor het realiseren van dit amfitheater is gekeken naar het ‘sculpting the ground’-principe waar Engelsen meesters in zijn. Met turf en grond maken ze de mooiste grondvormen. Hier is een amfitheater opgebouwd uit graszoden en cortenstaal. Copijn heeft het ontwerp gemaakt en sponsor Van de Bijl & Heierman heeft het werk uitgevoerd. In dit forum worden op zondag voorstellingen gegeven, grote groepen kunnen er terecht en verliefde stellen geven er graag het ja-woord.